Ruston Procotor & co, bouwjaar 1907, Ketel nr. 33064, Veldkamp Erica Nr. 11.
Bij deze machine zijn we begonnen met het doorsmeren van de bewegende delen, met een mengsel van één deel gasolie en één deel smeerolie. De gasolie penetreert de roest en de smeerolie voorkomt het vreten van de geleide vlakken bij het loswerken van de verroeste delen. We zijn begonnen met het demonteren van de drijfstang en de beide schuifstangen. De krukas werd ontroest en gangbaar gemaakt. De krukaslagers hebben 4 lager schalen, een onder schaal, boven schaal en 2 verticale schalen. De horizontale speling kon met een bout nagesteld worden. De verticale speling kon met vullingen afgesteld worden. Het ontroesten van de krukastappen en daarna het afstellen van de lagers was een hele klus.
Na het los koppelen van de stoomschuiven, konden de schuifstangen weggehaald worden. Deze stangen waren in de pakkingbussen en geleidingen goed vastgeroest. Met behulp van een kunststoffen hijsband, vast gemaakt aan de krukas werden de stangen los getrokken, door aan het grote vliegwiel te draaien.
De zuiger werd door de krukas naar achteren uit de cilinder gedrukt, door een blok hout tussen kruk en de drijfstang te houden en weer aan het vliegwiel te draaien.
De zuiger, zuigerveer en de cilinderwand zien er goed uit. Van de stoomschuiven zijn de vlakken, waar zij over schuiven en afdichten, in opmerkelijk goede conditie. Deze onderdelen moeten eerst goed ontroest worden voordat ze, zonder schade te veroorzaken, weer over elkaar kunnen gaan schuiven.
Nadat de regulateur, cilindersmeer automaat en de hoofd stoomafsluiter waren gedemonteerd, kon- den wij beginnen met het demonteren van de cilinder. De cilinder moest van de ketel gedemonteerd worden om de luchtaansluiting op de ketel, onder de cilinder aan te sluiten. Bij het demonteren bleek het Stay patent te bestaan uit een pijp van de cilinder naar de krukaslager. Daar de stoom temperatuur en druk in de stalen pijp en de ketel gelijk zijn, zal de krukaslager hierdoor stabiel t.o.v. cilinder blijven.
Bij het opbouwen van de machine werd de afstelling van de schuiven gecontroleerd. Voor de werking van de schuifbeweging waren de “Afstel latten” nodig.
Er moest veel aan het grote vliegwiel gedraaid worden om de begin compressie, voor opening, vulling van de cilinder te controleren en voor beide zijden van de zuiger gelijk af te stellen.
Nadat alles ontroest en opgezuiverd was, werd de machine weer opgebouwd. Bij het proef draaien bleek dat de machine goed op perslucht draait. De machine kon nu afgeschilderd worden.
Voor het transport van de machine naar de Expo moesten het vliegwiel, de schoorsteen, het smeerapparaat, de regulateur en de hoofdstoom afsluiter gedemonteerd worden, omdat de deur niet hoog genoeg was.
In de Expo werd de machine weer opgebouwd.
De Conservering
Ruston Procotor & co, bouwjaar 1907, Ketel nr. 33064, Veldkamp Erica Nr. 11.
Bij deze machine zijn we begonnen met het doorsmeren van de bewegende delen, met een mengsel van één deel gasolie en één deel smeerolie. De gasolie penetreert de roest en de smeerolie voorkomt het vreten van de geleide vlakken bij het loswerken van de verroeste delen. We zijn begonnen met het demonteren van de drijfstang en de beide schuifstangen. De krukas werd ontroest en gangbaar gemaakt. De krukaslagers hebben 4 lager schalen, een onder schaal, boven schaal en 2 verticale schalen. De horizontale speling kon met een bout nagesteld worden. De verticale speling kon met vullingen afgesteld worden. Het ontroesten van de krukastappen en daarna het afstellen van de lagers was een hele klus.
Na het los koppelen van de stoomschuiven, konden de schuifstangen weggehaald worden. Deze stangen waren in de pakkingbussen en geleidingen goed vastgeroest. Met behulp van een kunststoffen hijsband, vast gemaakt aan de krukas werden de stangen los getrokken, door aan het grote vliegwiel te draaien.
De zuiger werd door de krukas naar achteren uit de cilinder gedrukt, door een blok hout tussen kruk en de drijfstang te houden en weer aan het vliegwiel te draaien.
De zuiger, zuigerveer en de cilinderwand zien er goed uit. Van de stoomschuiven zijn de vlakken, waar zij over schuiven en afdichten, in opmerkelijk goede conditie. Deze onderdelen moeten eerst goed ontroest worden voordat ze, zonder schade te veroorzaken, weer over elkaar kunnen gaan schuiven.
Nadat de regulateur, cilindersmeer automaat en de hoofd stoomafsluiter waren gedemonteerd, kon- den wij beginnen met het demonteren van de cilinder. De cilinder moest van de ketel gedemonteerd worden om de luchtaansluiting op de ketel, onder de cilinder aan te sluiten. Bij het demonteren bleek het Stay patent te bestaan uit een pijp van de cilinder naar de krukaslager. Daar de stoom temperatuur en druk in de stalen pijp en de ketel gelijk zijn, zal de krukaslager hierdoor stabiel t.o.v. cilinder blijven.
Bij het opbouwen van de machine werd de afstelling van de schuiven gecontroleerd. Voor de werking van de schuifbeweging waren de “Afstel latten” nodig.
Er moest veel aan het grote vliegwiel gedraaid worden om de begin compressie, voor opening, vulling van de cilinder te controleren en voor beide zijden van de zuiger gelijk af te stellen.
Nadat alles ontroest en opgezuiverd was, werd de machine weer opgebouwd. Bij het proef draaien bleek dat de machine goed op perslucht draait. De machine kon nu afgeschilderd worden.
Voor het transport van de machine naar de Expo moesten het vliegwiel, de schoorsteen, het smeerapparaat, de regulateur en de hoofdstoom afsluiter gedemonteerd worden, omdat de deur niet hoog genoeg was.
In de Expo werd de machine weer opgebouwd.
De Locomobiel
Het woord locomobiel is volgens de dikke “van Dale” een verplaatsbare stoommachine.
De locomobiel werd na 1850 gebruikt voor het aandrijven van werktuigen, voor het gebruik in de bouw, landbouw en veenderijen, in plaats van mens- of paardenkracht. Voor 1850 werden stoom- werktuigen al gebruikt in fabrieken, treinen en scheepvaart.
Voor het vergraven van het veenpakket in Zuidoost Drenthe werd vanaf het begin alleen menskracht gebruikt. In tijden van oorlog werd de vraag naar hoogwaardige brandstoffen groter. Geperste turf is van hogere kwaliteit dan met de hand gestoken turf. De steenkool werd gebruikt voor de oorlogsindustrie en turf voor de andere doeleinden. De locomobielen werden in Duitsland en Engeland als eerste het meeste toegepast. In de periode van 1870 (Frans –Duitse Oorlog 1914-1918 en 1940-1945), werden de locomobielen veel ingezet om persturf te maken. In deze periode waren minder mensen voor de arbeid in het veen te krijgen. In het veen zeggen ze dan ook dat,” hoe slechter de tijden zijn, hoe beter het is in het veen”.
In het veengebied in Zuidoost Drenthe werd na 1850-1860 de vervening aangepakt. De kanalen voor de afvoer van de turf en het ontwateren van de veengebieden werden toen in gebruik genomen. Het gebruik van locomobielen en persmachines werd in Groningen en Drenthe ca. in 1900 in gebruik genomen. Deze machines waren grote investeringen, daarbij kwam dat de turfprijs niet stabiel was. In de periode van 1914 tot en met 1920 waren in het district 6 (Groningen, Drenthe en Friesland) van het stoomwezen, 35 locomobielen ingeschreven die in gebruik waren bij veenderijen. De meeste machines werden gehuurd voor de 120 tot 180 productiedagen in de zomer. In de landbouw werden de machines bij de boerdijen voornamelijk in de herfst gebruikt, om de korenschoven te dorsen.
De Purit-Veenderij had na 1948 zes locomobielen waarvan een gedeelte ingehuurd. Na 1950 werden de oude stoommachines door Diesel motoren vervangen. De pers machines werden na 1955 vervangen door de zelf rijdende bagger machines. Deze machines werden eerst door drie man bediend en later door twee, in plaats van de zeven of acht man bij een persmachine. De capaciteit van de baggermachines was ook veel hoger.
Bij het Smalspoor museum is Jan Klaster de enige die als machinist op een locomobiel heeft gewerkt.
Bron vermelding:
Het Bruine goud. Kroniek van de turfgravers in Nederland, Hoek, Sietse van der, Amsterdam/Brussel 1984
Ondernemen in de Zuidoost Drentse Venen. De geschiedenis van de Firma Veldkamp te Erica 1901-1991, Karel, drs. Erwin H., Groningen 1991
Uit Sphagnum geboren, Een eeuw turfstrooiselindustrie in Nederland 1882 – 1983, 2e druk, Griendt, H.F. van de, Oosterhout 2004
Van turfstrooisel tot actieve kool. De ontwikkeling van de visverwerkende industrie, Gerding, dr. M.A.W. e.a., Zwolle 1997 Winkler-Prins encyclopedie 1911.
Groninger archief. Stoomwezen 1916/1920. Internet.